Wat ziet mijn konijn?

Wat zien de ogen van een konijn?

We zijn gewend om naar de wereld te kijken vanuit ons eigen perspectief. Misschien gaan we er vanuit dat ons konijn de wereld om zich heen op dezelfde manier bekijkt. Is dat ook zo?

Bij veel konijnenhouders komen vragen naar boven als:

  • Waarom kan mijn konijn zijn eten zo moeilijk vinden, terwijl het recht voor zijn neus staat?
  • Waarom schrikt mijn konijn zo snel?
  • Kan mijn konijn kleuren onderscheiden?

Gezichtsvermogen

Het zicht van een konijn is compleet anders dan dat van een mens.
Het gezichtsvermogen van dieren is zodanig geëvolueerd dat het voorziet in een grote variëteit aan speciale behoeftes, die afhangen van de levenswijze van de soort. Bij roofdieren is het zicht anders ontwikkeld dan bij prooidieren als het konijn. Om een idee te krijgen van het perspectief van uw konijn, zou u eigenlijk met uw kin op de vloer moeten gaan liggen. U merkt onmiddellijk dat alles om u heen een obstakel blijkt te zijn.

Gezichtsveld

Het gezichtsveld is de totale hoek van waaruit objecten gezien kunnen worden. Bij de mens is deze hoek zo'n 180 graden. Het konijn, met ogen die zich hoog aan de zijkanten van zijn hoofd bevinden, heeft een gezichtsveld van bijna 360 graden, en hij kan ook nog boven zijn hoofd zien. Dit stelt hem in staat om – zonder zijn hoofd te bewegen – van bijna alle kanten gevaar te zien. Dankzij die plaatsing van zijn ogen, heeft het konijn slechts een blinde vlek van zo'n 10 graden, direct voor zijn neus en onder zijn kin. Als uw konijn zijn kopje scheef houdt en u vanaf de zijkant aankijkt, dan is dat voor hem "recht aankijken". De blinde vlek verklaart zijn onvermogen om iets lekkers te zien dat u vlak onder zijn neus houdt.

Diepteperceptie

Diepteperceptie is een ander belangrijk aspect bij het waarnemen; het is het vermogen om in te schatten op welke afstand objecten zich bevinden. Dit gebeurt door de omgeving vanuit twee verschillende hoeken te zien. Bij mensen, met beide ogen aan de voorkant van hun hoofd, is er een grote overlapping van wat elk oog ziet. Dat resulteert in een driedimensionaal zicht. Konijnen, daarentegen, hebben door hun enorme visuele veld een zeer kleine overlapping tussen de beelden die elk oog ziet. Daardoor heeft een konijn direct vóór zich slechts een gebied van zo'n 30 graden waar hij diepteperspectief heeft, waarvan nog eens 10 graden wegvalt door zijn blinde vlek. Konijnen zullen afstanden dus op een andere manier moeten inschatten.

Een konijn blijkt in staat te zijn om subtiele visuele signalen op te pikken (enigszins te vergelijken met onze tv-waarneming: we kijken naar een tweedimensionaal beeld, maar zien een driedimensionaal beeld). Een andere interessante methode die een konijn gebruikt, is door zijn kop op en neer te laten gaan, terwijl hij naar een object in de verte kijkt. Hoe verder een object weg is, hoe minder beweging erin lijkt te zitten. Dit verschijnsel staat bekend als parallax. Ziet het konijn dus een kleine vos, dan weet hij dat dit roofdier een heel eind uit de buurt is. Ziet hij een grote vos, dan weet hij dat hij zo snel mogelijk moet vluchten, omdat de vos vlak bij hem staat.

Visuele scherpte

Visuele scherpte wil zeggen hoe goed en vanaf welke afstand een object gezien en herkend kan worden. Bij konijnen is hier extreem moeilijk achter te komen, maar men is het erover eens dat de spier die ze gebruiken om hun oog ergens op te richten (het "ciliair lichaam") vrij zwak is. Hun bekwaamheid om op een object te focussen is daardoor matig, hoewel hun blik op verder weg gelegen objecten scherper is. Doordat konijnen "crepusculaire" dieren zijn (actief in de schemering), zien ze beter in een halfverlichte omgeving dan in een felverlichte of donkere ruimte – vandaar dat ze het levendigst zijn bij zonsondergang, als het natuurlijke licht vaag is. De ogen van dieren die een verhoogde nachtvisie hebben, zijn voorzien van een zogeheten tapetum dat de ogen in staat stelt om in het donker beter te zien.

Wanneer u 's nachts met een zaklantaarn in de ogen van een kat schijnt, ziet u zijn ogen oplichten: het lijkt ineens alsof hij twee gekleurde lampjes (blauw, groen, oranje) in zijn kopje heeft zitten. Konijnenogen hebben geen tapetum (mensenogen evenmin), dus kunnen ze 's nachts niet goed zien.

Als consequentie van al deze factoren ziet uw konijn u als een wazige substantie en kan hij details van uw gezicht volstrekt niet onderscheiden. Hij zal u eerder met zijn andere zintuigen herkennen aan uw gestalte, stem, geur en manier van bewegen. Als u aan komt lopen met iets groots in uw handen, een flinke doos bijvoorbeeld, doet dat uw gestalte veranderen. De voor uw konijn zo bekende vorm ziet er nu heel anders uit. Staat daar wellicht een groot roofdier voor hem?! Hij zou van u kunnen schrikken en bang voor u zijn.
Dit hangt er mede vanaf hoe goed een konijn ook gesocialiseerd is.

Kleurenspectrum

Een andere component van visuele scherpte is het vermogen om kleuren te onderscheiden. Menselijke netvliezen bevatten lichtgevoelige cellen: staafjes (voor het verschil tussen zwart en wit) en drie soorten kleurgevoelige kegeltjes (voor het onderscheiden van rood, groen en blauw). Er bestaat geen eensluidend oordeel over het kleurenzicht bij konijnen. Sommige wetenschappers hebben op basis van gedragsstudies geconcludeerd dat konijnen de kleur rood niet kunnen waarnemen, maar wel onderscheid kunnen maken tussen groen en blauw, hoewel ze deze kleuren waarschijnlijk anders zien dan wij.

Als het netvlies van konijnenogen slechts twee kegeltjes bevat, dan is het kleurenarsenaal dat konijnen kunnen zien erg beperkt en spelen hun staafjes (zwart-wit) een dominante rol.

Derde ooglid

Veel dierenogen, van amfibieën tot vogels en zoogdieren, zijn voorzien van een derde ooglid ("knippermembraam"). Vooral bij albino konijnen is dit membraam goed zichtbaar. De primaire functie van het derde ooglid is om het oog tegen verwonding te beschermen. In tweede instantie draagt dit vlies er ook toe bij dat de ogen vochtig blijven. Dit kan verklaren waarom een konijn slechts 10 tot 12 keer per uur met zijn ogen knippert.

Conclusie

Helaas blijven vele vragen over het zicht van konijnen nog onbeantwoord. Als een konijn het beste zicht wil hebben op iets, zal hij zich zijwaarts keren om met één oog te kijken. Maar het oog aan de andere kant moet dan iets heel anders zien. Hoe werken zijn hersenen precies met deze twee beelden?

Veel konijnen zullen hun omgeving "scannen". Als ze dit doen, draaien ze hun hoofd langzaam naar één kant, alsof ze een motorstoring hebben. Waarom doen ze dit?

Hoe interpreteert een konijn zijn spiegelbeeld?
Hindert de zijwaartse blik zijn vermogen om zichzelf te identificeren?
Welke rol speelt het zicht in de manier waarop konijnen elkaar herkennen en met elkaar communiceren?

Hun zicht mag dan niet al te gedetailleerd zijn, konijnen bezitten in ieder geval het vermogen om elke bedreiging bijzonder snel waar te nemen. Ze hebben waarlijk ogen in hun achterhoofd...

 

Met dank aan Vonne Cras.